Kleine en grote verhalen.
In deze reeks vindt je kleine krantenartikels en verhalen die door verschillende personen zijn verzameld en verteld.
Het grootste gedeelte is door mijn vader Frans Verdickt verzameld maar ook door mijn tante, Bertha Aerts.
Enkele gegevens komen uit boeken zoals Looise portretten van Frans Aldenhof en Tessenderlo voor de ramp 1900-1942 van Jos Peeters en Ghislain Verwimp.
Voor deze boeken kan u informeren bij de heemkundige kring van Tessenderlo.
L A D Loois Archief-en Documentatiecentrum
kelder gemeentehuis
open op:
Eerste zaterdag van de maand van 9 u. tot 12 u.
Derde donderdag van de maand 19 u. tot 22 u.
Zoals Colette vertelde :
onder de oorlog(tweede wereldoorlog) maakten velen stiekem jenever. Zo ook Fons Beets. Om de Duitse soldaten te misleiden verhuisde de distillerie voordurend van de ene boerderij naar een andere, waaronder ook de boerderij van Colette Verboven.
Fons Beets was dan ook niet een klein beetje fier op zijn produkt en maakte in café Het Jagershuis behoorlijk reklame voor zijn allerbeste jenever. Fons, eeuwige poetsenbakker zou nu eens een koekje krijgen van eigen deeg. Onze pa(Frans Verdickt) verving de jenever door water met medeweten van de stamgasten. Fons trakteerde gul op een glaasje en met een uitgestreken gezicht dronk iedereen zijn borrel leeg. Ook iedereen was het er volmondig mee eens dat het werkelijk een zuiver en goddelijk drankje was.
Tot Fons zijn eigen borrel opdronk!
" 't Is nondejuu water" riep Fons. "Wie heeft mij dat gelapt?"
Al de stamgasten lagen onder tafel van de slappe lach!
Na een zoveelste bezoek aan café Het Jagershuis, ging men in volledige duisternis met de fiets naar huis via de Waterstraat.
Fons Beets(zie foto hiernaast-café Jagerhuis)
sukkelde met zijn carbuurlamp aan zijn fiets. Het licht van zijn lamp scheen voordurend wisselend naar alle kanten. Met enkele doelgerichte meppen dacht Fons het euvel wel opgelost te hebben. Doch de lamp vertoonde nog steeds hetzelfde mankement en uiteindelijk was Fons verplicht om te stoppen met fietsen. Hij draaide de lamp open en een levende kikker nam de vrijheid!
Zijn vrienden hadden zich kostelijk
geamuseerd om deze grap in elkaar te steken.
De Duitse bezetting was in volle gang. Vriend Jos Vandepoel wist een gouden zaakje: kratten sardientjes aan het station van Tessenderlo.
Per spoor geleverd door en voor de Duitse soldaten.
Geen nood, Jos wist wel een oplossing. Hij had een uniform van een Duitse sergeant gejat en dat kon wel helpen om in de duisternis de Duitse soldaten te misleiden.
Fons Beets, Frans Verdickt en Jos gingen dus s'nacht op strooptocht.
Fons en Frans zorgden voor de kisten en Jos Vandepoel fungeerde als toeziende overste. Jos was eerder klein van gestalte en zijn uniform was beslist enkele maten te groot. Maar in de duistere nacht was daar nauwelijks iets van te merken.
In hun haast en ook vanwege de duisternis had niemand gelet op de opschriften die op de kisten stonden.
Eenmaal op de boerderij Beets aangekomen was de teleurstelling én de schrik groot. Het bleken handgranaten te zijn in plaats van sardientjes!!!
Met de fiets en zo snel mogelijk maar uiterst voorzichtig terug richting station en extra opletten dat er ditmaal niets fout zou lopen.
Heel de straat heeft toen van de sardientjes gegeten!
Jan Beckers - Hulsterstraat
Jan moest de beesten gaan aangeven. Zowel koeien als paarden. De bedoeling was om uit te maken hoeveel beesten er waren van elk geslacht.
De controleur vroeg aan Jan: " awel manneke, hoeveel van het vrouwelijke en hoeveel van het mannelijke geslacht?" Jan, die wel eens iets had gehoord over mannelijk en vrouwelijk maar eigenlijk
niet goed wist wat het betekende, antwoordde: "allemaal onzijdig mijnheer."
De omstaanders hadden het grootste plezier.
Jan als eeuwige grapjas saluerend op de foto. Voor hem zijn broer Gerard.
HET GEDICHT
iN HET VIJFDE EN ZESDE STUDIEJAAR.
Er moest een gedicht van buiten worden geleerd met als titel: KERKHOFSBLOMMEN
Jan werd naar voor in de klas geroepen om zijn gedicht voor te dragen. "Dat zijn bullen (problemen)" dacht broer Gerard, die heel goed wist dat Jan niets had geleerd.
Eerst moest men voorover buigen en dan de titel van het gedicht vernoemen. Jan boog, noemde de titel en viel stil. De meester die verstrooid naar buiten keek wachtte op de rest dat niet kwam. "Vooruit Beckers" zei de meester "komt er nog wat van?
Jan boog opnieuw, langzaam en zover als hij kon, noemde de titel nogmaals en zei met enige aarzeling :"ik weet het niet meer".
En dat was dat. Hoeveel straf Jan heeft gekregen ben ik niet te weten gekomen.
Gerard Beckers - Hulsterstraat
EEN BRIEF
Jan en broer Gerard moesten met paard en kar graan laten malen in Tessenderlo. Het was oorlog en er was veel controle tegen het smokkelen. Ook Jan en Gerard kwamen dergelijke controle tegen in de H.Hartlaan. Gerard dacht "die gendarmes gaan we eens ferm liggen hebben." Hij maande het paard aan tot grote draf. De gendarmes dachten dat die twee knapen wel iets bijzonders aan het smokkelen waren.
Enige uitleg: de H.Hartlaan vanaf de Stationsstraat richting molen is een grote helling.
De controleurs waren met de fiets en moesten alles geven om kar en paard bij te houden. Eenmaal aangekomen aan de molen lieten Jan en Gerard hun maalbrief zien.
"Lelijke snotapen" kregen ze te horen en de twee gendarmes dropen buiten adem af.
Dit verhaal speelde zich af ongeveer Gerard zijn leeftijd zoals op bovenstaande foto.
Met het fototoestel dat Gerard Beckers had gekregen voor zijn verjaardag, werden unieke beelden vastgelegd.
Met kameraden als volleerde fotomodellen kon dat toch niet zo moeilijk zijn.
Fier als een gieter op hun eigen fiets.
Als 16 of 17 jarige een eigen fiets bezitten was heel wat in een boerenfamilie.
Met de nodige sigaren en sigaretten om stoer te doen!
Hoogstaande kwaliteitsfoto's zijn het niet, maar men kan wel zien dat dat er een gevoel is voor verhoudingen.
Mooie winterlandschappen die Gerard genomen heeft in eigen omgeving kan men zien in de show:
OLD PICTURES PART 10.
Voor deze show klik hier.
Waar zouden die gasten op zondag zoal naar toe gaan? In heel de omgeving is niets bijzonders te zien, tenzij een namiddagfilm in de cinema?
En dat het een zondag was is wel duidelijk. Een deftige overjas en een hemd met das. In ons dialect : 'een plastron' .
Voor de namen bij de foto's ben ik gaan informeren bij Gerard Beckers(van Frans van Jan)in 2013. Bij een volgend bezoek vraag ik hem meer uitleg over hun zondagse activiteiten.
Vrijdag 12 december 2014.
Het bezoek bij Gerard Beckers en Clotilde heeft mij de nodige informatie opgeleverd omtrent bovenstaande foto's en ook bij de foto's van het volgende artikel.
Foto 1 v.l.n.r. Louis Tessens -
een 'serveuse' - Gerard Beckers(Hulsterstraat, Gerard van Frans van Jan) Fons Beckers(Aardstraat, Fons van Jef van Mirke) - Jos Schapmans.
Foto 2 werd in 1950 gemaakt tijdens Hulst-kermis, in het café van Mil Van Thienen, getrouwd met Anna Reynders. Het was het lokaal van de voetbalclub Heidebloem, waarvan Mil jarenlang secretaris was. Ook wielerclub Hand in Hand had er onderdak. Achter de toog stonden toen de dochters van Mil, wat het succes van het café grotendeels bepaalde. Ze poseren met de pint in aanslag.
v.l.n.r. Louis Van Wezemael - Louis Tessens - Alfons Beckers - Jos Schapmans - Bert Van De Ven.
Hulst-kermis was in de jaren '50 een top-kermis. Ooit stonde er in die periode wel drie dans- of spiegeltenten.
Het marktplein stond vol met kramen en paardenmolens en 's avonds organiseerde men een bal in de nimmer onbrekende spiegeltent. In 1969 kwam ook in Hulst een einde aan het succesverhaal van de spiegeltenten.
Frans Aldelhof
Een artikel uit
FLASHBACK BOERENBELANG
onder redactie van Frans Aldelhof
De foto's werden gemaakt in de jaren 1950-1951."Toen we nog jong waren" mijmerde Fons Beckers, "en samen met vrienden achter de meisjes liepen, pinten dronken en de kermissen van Hulst en omgeving afschuimden"
De eerste kermis waar ze na de winter naartoe trokken was Palmenmarkt in Geel.
Foto 1 onstond in 1951 tijdens de Palmenmarkt. Fons en zijn vrienden lieten zich aan café - In den Hemel - (stationsstraat) vereeuwigen, samen met de dienster. De deken van Geel was in die jaren niet te spreken over het café. Vooral het feit dat er 'seveuses' rondliepen, zat hem dwars. Meer dan eens uitte hij zijn ongenoegen aangaande 'dat oord des verderfs'! Zijn reactie vanaf de preekstoel was ernstig bedoeld, maar kwam wel grappig over: "Wie in Den Hemel komt, gaat naar de hel" was zijn betoog.
___________________________________
Gerard van Frans van Jan:
Van Geel werd er terug naar huis gefietst via Gestel en dan naar Klein Vorst, langs Looi en dan naar Hulst. Al de cafés onderweg werden bezocht !
Ze waren de dag ervoor al vertrokken van in de voormiddag. Laat(of vroeg) thuis komen hoorde erbij.
Gerard Beckers
Hulsterstraat
Gerard van Frans van Jan.
In 1952 was hij milicien samen met Pierre Verdickt uit Dendermonde in de kazerne van Tongeren.
Gerard van Frans van Jan:
Als jonge gast op stap mogen gaan was geen probleem. Hoewel dat kon uitlopen tot vier uur in de morgen. Diezelfde morgen moesten de koeien gemolken worden en dan kon je maar best op tijd uit je bed zijn wilde je geen problemen krijgen. Een hazenslaapje van anderhalf uur en een houten kop werd er dan maar bij genomen.
Foto 2 1950 - Hulst kermis.
In het café van Mil Van Thienen.
v.l.n.r. Louis Van Wezemael - Louis Tessens - Alfons Beckers - Jos Schapmans - Bert Van De Ven (op de achtergrond)
Er is een bijzonder boek uitgegeven van Frans Aldelhof 'Allemaal Looienaars'
een bijnamenboek.
Te verkrijgen : in de Looise boekhandels en in de boekhandels van de gehuchten.
Bij drukkerij Het Boerenbelang
of via boerenbelang@skynet.be
kostprijs 39,50 euro
Meer verhalen van en over Alfons Beckers in DE KANUSBERG. Met heksen en spoken.
Fons Nuyts
Jefke de blinde (Verwimp)
wonende in Tessenderlo maar een graag
gezien persoon in Hulst.
Gerard Beckers (Aardstraat)
Gerard, als jonge gast wonende in de Aardstraat, had al op jonge leeftijd oog voor mooie fotografie en een tekst opmaken ging ook vlotjes. Bij het trouwfeest van Margriet Beets met Frans Verdickt kon men een lange brief bewonderen.
Zie : Trouwen in retrostijl.
Louis Loos
Louis' kousen werden door zijn vader verkocht aan een fabriekje in Gent. Een dag hard werken en weinig verdienen, zo was dat toen. In die kousen mocht geen
enkel foutje voorkomen of hij kon herbeginnen.
Louis: " ik heb toen nogal gemiljaard en geduveld!"
Louis bleef breien uit noodzaak tot zijn 19 jaar.
Hij vond toen werk in de fabriek (Tessenderlo Chemie) en later in de mijn van Beringen.
De breimachine werd een aantal jaren vergeten, tot Louis rond zijn 35ste er terug mee van start ging, zij het toen in bijberoep. Zijn breimachine lijkt ons een vernuftig stukje industriële archeologie, dat best in een museum thuis hoort. Louis' vakmanschap zal echter onherroepelijk met de "meester" verdwijnen. Zijn breimachine is nog niet elektrisch. Ze wordt in gang gezet door voortdurend te draaien aan een klein wieltje.
Het breien zelf bestaat uit 8 fasen. In onze ogen zeer ingewikkeld. Maar volgens Louis dankzij zijn routine van meer dan een halve eeuw, heel eenvoudig.
De allereerste fase is het opwinden van de wol op houten bobijnen. Daarna volgen nog 7 fasen, die een grote handigheid en geduld vereisen.
Daarmee is het breiwerk voorbij maar is de kous nog niet af.
Nu kan Gerarda, Louis' vrouw, aan het werk. Aan de teenstukken wordt een strookje katoen genaaid. Tenslotte worden deze teenstukken gestreken en aan elkaar genaaid.
Welke jongere van 14 jaar zou nu nog de discipline en geduld hebben, zoals Louis toen?
Uit een krantenartikel van 1994
Oostende midden de jaren '70.
Op de achtergrond Louis Loos samen met Frans Verdickt op een wonderlijke makreel visvangst.
Er werd die dag minstens 75 kg makreel gevangen per persoon!
Jef Wellens
Op de achtergrond huizen aan de Hulsterweg.