Schoonhees
Geschreven door Alfons Beckers
Schoonhees
Verstoken achter berg en bos,
Geducht berucht als gehucht,
Gans natuur en buitenlucht.
't Lag verwijderd veren los.
Een toevlucht wat betrof,
Een oord domein met poort,
met kapelletje zoals het hoort.
Alle lof voor meneer van 't Hof.
Een schemering als goud,
Eenzaam midden in het woud.
Als een wacht midden in de nacht,
Men kwam dicht, bemerkte kaarslicht.
Een alkoof als beeltenis van geloof,
Iemand die zit en bid,
In een late uur vrij in de natuur.
Een mens met wens voor medemens?
Belooft trouw aan onze Lieve Vrouw,
Zit als onderdanig wezen te lezen,
Smeekt, ik als nietig mens, mijn wens?
Een voorspraak voor genezing!!!
't Waren dingen als engelen die zingen,
Een pracht geloof het vast gedacht,
Helaas nog enkele geloven die dingen.
Het gebed als stille heilige nacht.
Helaas vandaag dat beeld die vaas,
't Zijn nu antieke dingen,
Door geld een gunst der oude kunst.
Want bezit en geld is nu hiervan de baas.
Waar is die kapel uit onze oude wijk,
Lang die weg door bos en kant,
Die lust van kalmte en rust,
Nu een pretpark met veel lawijt!
In geloof of ongeloof,
Het waren mooie dingen,
Rustig bidden gans alleen,
Terwijl de vogels zingen.
Maar in gedachten zie ik weer, kaarslicht weg en weer,
Mensen die voor anderen vragen en elkaar verdragen!
Het uur de natuur leven tussen vriend en buur,
Elk als optimist, dan zal niemand klagen!
Alfons Beckers
Toen ik nog bij de Witte van Trees zat te mijmeren, in die lange dreef van Amerikaanse eiken, heb ik de Witte nooit horen klagen al zat hij in een lemen poortershuisje van de oude schans. Het stond op gemeentegrond.
Hij bezat niets dan een houtmijt, een turfschop met daarbovenop een zangmerel in een oude appelsienenkist.
De Witte at wat hij er zelf won, rookte een aarden pijpje en pruimde ganse blaren tabak die hij zelf won en droogde boven in het ovenhok.
"Daarbij" zoals hij zelf zegde " boer met 2 geiten en een wijfjeshond!"
Hij die niet lezen of schrijven kon, maar alles afwist van de opkomende zon, het klokkegeluid, vanwaar de wind kwam.
Wat ik ook van hem onthield: "Later als ze met mijn knoken okkernoten afgooien, zullen hier mensen rondlopen met een stenen bakkes en ijzeren armen. Zij zullen werken in onze plaats. Zij zullen niet eten maar men zal ze opwinden".
Aldus Louis Jozef Schapmans 1935, alias de Witte van Trees.
Hij sprak mij van Staf de boer van 't Zand en dan zwansde hij " hè boer van 't Zand met de keers ( kaars) in de hand, wat geld de boter aan uwen klant ???"
Hij stond boven op de berg en keek naar het zuiden, daar zag hij de lange kronkelende modderstraat. Men kon ze omschrijven als demarkatielijn, rechts alle goederen van het kasteel. Honderdertig zielen in een blik met een boerderij en kasteeltje erop.. Een waterbasin van de schans. Het werd bewerkt door knechten, want het Hof was eigendom van een rijke koffiebrander uit het Luikse.
links de goederen van de rijke boer, het hof der edelen. Geen vierkante meter grond kon men er bemachtigen. Alles voor een van de twee, rechts of links van de markatielijn! In de Waterstraat, midden op het smalle pad stond het duivelshuis. 't Stond jaren leeg en niemand durfde er te wonen. Het stond in verval, niemand betrad het domein.
Sommigen gingen met een omweg naar het Goor door de hagen en bossen van 't Hof. Sloegen dan een praatje met Sasken uit de spellenhut, de bezembinder, de mandenvlechter, de rentmeester. Iedereen
was er welkom en zij die er woonde, in dat gebroekte, waren blij dat ze iemand zagen.
Als Kanus dit alles overschouwde terwijl hij een pijp stopte en dan zegde " se bange mensen!!!"
Al is rijk zijn een wens,
't is meer dan zijn dan een ander mens.
Toch... kan men met geld niet kopen,
al heeft men dat met hopen.
Foto's Kathy Carremans
Maar het hekste op de Kanusberg. De Witte van Trees, Stijn van Nol, Jef van Louîken, zij konden er van meespreken. "De heksen", zegde Stijn," dansten op het stoofscheel terwijl dat gloeiend was. We hebben er ooit den heksenmeester van Testelt moeten bijhalen en dat was de beste. Uren in den omtrek was hij gekend. Hij kon de heks doen stoppen met dansen en dan verheste (verschroeide) ze haar voeten dat ge het goed rook, want iets wat stilstaat verbrand. Maar dat was zwaar werk, dan zweette de heksenmeester dat het water er afliep en dan dronk hij een halve liter jenever om te bekomen. Hij kreeg dan een schok dat hij omhoog ging van zijn stoel en riep:
ik heb ze! En dan werd het kalm, de heks was dan weg."
"Drie weken zagen we dan geen heks meer en als ze dan uitkwam was ze keimager, die heks van Schoonhees."
Was er ergens een klein kind en zag ze de kans om het aan te raken. Ge mocht geloven dat het stierf. Hier de witte kloek, een beste kloek, ze broeide 13 eieren uit en 13 kiekens. Ze werd goed gevoederd en zij kreeg zemelpap. Er werd gestrooid met zaagmeel.
Maar op een gegeven moment raakte Mie heks de kloek aan als de kuikens op uitkomen waren. van de 13 waren er 11 met houten poten. De pullen heeft hij moeten afslachten. Het waren
wolken van hennen maar ze konden zich niet bukken om te leggen en altijd waren de eieren kapot.
Rampen zijn dat, zo 'n heks in de geburen en zo 'n Bergske is een vergif. Ze komen er samen want ze moeten opstijgen uit het verhoog.
Die heks is stokoud geworden. En hou ouder hoe erger!
Maar ze is dan toch gestorven.
Een van haar laatste daden was de koe van Kanus. Het beest ocharme, werd zo mager als een graad. Ze at niet meer, gaf geen strop melk meer. Kortom ze stond op het kapotgaan. De Witte van Trees is dan te voet naar den heksenmeester van Testelt gegaan, velo's waren er toen niet.
Hij legde zijn geval uit in Testelt en de heksenmeester zegde:" ik zal mijn heksenpaternoster lezen. Ga recht naar huis maar doe wat ik zeg en garantie na drie dagen staat het beest op.
Aan de abdij van Averbode zult ge een witheer(pater) zien die aan 't lezen is in een kerkboek. Bezie hem niet en ga door ondanks dat hij u zal aanspreken. Kijk vooral niet om en ga recht naar de Kanusberg. Ge zult onderweg ook een heks zien met de bezem die aan het keren is (borstelen), maar ga door. Als ge aankomt bindt direct de koe hooi aan
haar beide voorpoten. Ze zal er van eten maar blijf er bij dag en nacht en zorg dat er altijd hooi rond haar poten is tot aan haar knieën.
Wij hebben er bij gewaakt en hooi moeten bijhalen in de geburen want er was geen hooi genoeg. Maar in zo een geval steekt iedereen een hand toe.
Het was juist zoals de heksenmeester zegde. Alles kwam uit en na drie dagen en drie nachten aanhoudend waken en hooi aanbinden liet de koe een geblaat en ze stond recht. Wat sommige mensen kunnen!!!
Binnen drie weken was de koe terug op haar melk (melk geven).
't Is zonde dat mensen zoals die van Testelt sterven. Maar de heks is ook gestorven. Ik, de Witte van Trees, heb er nog bij gewaakt want de mensen waren bang. Maar als ze dood zijn hebben ze geen macht meer, maar...
DE ANDERE HEKSEN VAN VER EN UIT DE BUURT KOMEN NAAR ZO EEN BEGRAFENIS.
WE HEBBEN EEN 20 LITER KAN WIJWATER GEHAALD. DE DRAAGBERRIE INGESMEERD MET WIJWATER EN AANHOUDEND GESPRENKELD.
De kapelaan van Looi die de dienst kwam helpen doen, een jonge pastoor die overal mee lachte, kreeg het verschot in zijn rug zodat ze de dienst met 2 heren moesten verder doen.
Maar daags na zo'n een begrafenis is heel het dorp ontredderd, want al die heksen zijn daar op hun hoede geweest en mensen tekken (aantikken) is voor hen een groot genoegen.
Foto's Kathy Carremans
Foto's Kathy Carremans