Schoonhees
Geschreven door Alfons Beckers
Grootmoeder
Regina (Zien) Theys verteld.
Hij was de zoon van Jozef Hendrik Sas. Die werd geboren in Tessenderlo op 3 september 1821 en huwde met Maria Ruts, geboren te Tessenderlo op 9 november 1830.
Zij was 9 jaren jonger dan haar echtgenoot. Zij huwden op 30 januari 1851.
Sas Jozef Hendrik overleed te Tessenderlo op 17 juni 1912. In de lijkdienst waren 2 kleinkinderen in uniform als Belgisch soldaat. Korporaal Jozef Ribus (hij sneuvelde aan het Ijzerfront in den
eerste wereldoorlog) en Gustaaf Sas, soldaat bij de ruiterij. "Hij was eertse soldaat", zegde grootmoeder.
Toen zij aan het open graf van peke Sas de militaire groet brachten, was dat een belevenis die raar voorkwam ( zelden), want onze Gust de Lancier in grande tenue met een zilveren
sabel!!! Dat was in Looi nog nooit gezien.
Ruts Maria is overleden te Tessenderlo op 10 december 1895.
Jozef Sas-Rutten vestigden zich na hun huwelijk in "Het Goor".
Uitgestrekt gebroektes elzenschot met turfkuilen. Dit alles was eigendom van
Mr. Nagels, notaris te Mechelen.
Hier werd Sas Jozef aangesteld als werkman en rentmeester van de goederen. Het Goor was gelegen in het topje van de neus van Limburg. Stak zijn neus tussen het grondgebied van de Merode in Averbode en Catiljon in Deurne Brabant. Enerzijds Brabant, anderzijds Antwerpen.
Hendrik Jozef trok er een spellenhut op in 1850. Op deze plaats zou de stam voortleven tot rond 1970. De laatste bewoners waren Jans Jozef en Delphine Beliën, in rechte lijn achterkleinkinderen van de stamhouder Sas.
Eens stond gij trots en los door bos en hei omgeven,
onder notelaars en linden, met vlierstruik aan het keldergat,
Uw muur was tak en leem, de vloer van klei en strooien dak erbij.
De nok die was van zoden die dichtheid boden
en weerstand voor de dondergoden.
Een trots van 't voorgeslacht, dat hun geborgenheid bracht,
't is mij bijgebleven, gans mijn leven om het door te geven,
Men voelde sterkte aan de gebeden, dat mooie geslacht!!!
Een waterput, die was met hout geweven, kon voorziening geven,
De bakhove lag naast de haard, 't was zeker de moeite waard!!!
De kelder was spint, vol aarden kroegen die de wintervoorraad droegen,
Toch had men even tijd om rond den haard gezellig te leven.
Nu zijn we jong men is blij, 't hoeft niet, maar gaat voorbij,
Andere mensen zullen wel zorgen voor morgen?
Oud worden, och het duurt nog zo lang en heeft geen belang!
Maar slechts jaren keren en leren, beheren, want tijden keren,
Zij die te vroeg dachten ons broodje is gebakken, kregenongemakken,
Want hoe men ook sociale wetten leert, of voor profijt beheert,
Zij die zorgen worden rijk en hebben andere mensen in bereik,
Wanneer men dat kan weten is men zelf versleten!!!
Alfons Beckers
Het witgekalkte huisje, langs pad of aardeweg,
zo meer dan honderd jaar geleden, toen nog kruiwagens reden.
Toen nog God en kruis waakte over mens en huis.
Toen de heks zich verschalkte, de plaag in haag of heg.
Toen was de wens van elk mens of levend wezen,
beschutting voor de nacht, er was geen huis voor pracht,
't was de schuilplaats voor een geslacht al was 't eigendom of pacht
't was de grens om binnenin te leven naar ieders wens.
't Geloof in God deed sterken in daad en werken,
De kring rond de haard, 't gezin, leefden daar van eigen gewin,
't ging gepaard, om het even niet iedereen had zijn zeg of zin.
't Was het gebod dat liet merken 't geloof in zegen der kerken!
Huisje wit en klein, maar inwendig gezellig en fijn,
Door uw diep geloof gebod en God, hel omlaag hemel hoog,
t' was een kloof, schrik van vuur door diep geloof.
Maar het kruisje tegen venijn moest altijd bij u zijn.
Kijk naar de balk daarboven, berookt bestoven 't kruis om te geloven,
aan hem moest men vragen en beloven, beeltenis van de grote baas hierboven.
Het Mariabeeld schamel en vergeeld. Maar ook zij beveelt.
In hen moet men geloven of men komt nooit boven!!!
Alfons Beckers
foto's Jeannine Verdickt en Kathy Carremans
Winter op de Kanusberg
Enorm groot en wereldwijd,
Belangloos, gratis uitgespreid,
Het gefrutsel gewemel uit de hemel
dat tapijt bij wintertijd.
Koud en kil, vorst een wintergril,
Brengt ijs glad gereis, een winterprijs.
Guur is de natuur, elke dag ieder uur,
Maar dank het vuur, in dag en avonduur.
Alfons Beckers
Inlandse eikenbomen in de laan waar vroeger de boerderij stond van mijn grootmoeder Stephanie Noels. Beter bekend onder de naam boerderij van Sus van Bêtske.
De Hulsterstraat /nu Hofstraat. De Hofstraat grenst aan Schoonhees.
Winterlandschappen: foto's Jeannine Verdickt
Meer grote hoeden en tekst van Frans Van Thienen in Motion Old Picturen:
Foto links en hierboven: dezelfde bomen als op de foto's in winterpak. Links Margriet Beets. Foto rechts Margriet met vriendin Gusta Reynders (van Mieke Poel) Boerderij op achtergrond van Jef Beets en Leonie Mariën. Door mijzelf ook va en moe genoemd.
Jeannine Verdickt